voor
Je zoekopdracht heeft helaas geen resultaten opgeleverd
Een diploma, praktijkervaring en dan from scratch moeten beginnen. Pure verspilling om de kennis en kunde van MBO-verpleegkundigen bij de opleiding HBO Verpleegkunde niet mee te laten tellen en hen de volle rit af te laten leggen. Dat vindt Brigit Zwartendijk van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Als hoofd opleidingen drong zij aan op een verkort HBO-V-traject. Wat begon als een zoektocht eindigde in een succesverhaal.
Ze moest er echt voor knokken, recapituleert Zwartendijk. Haar Raad van Bestuur over de streep trekken, en vooral de managers verpleegkunde. En de buitenwereld, want ook bij andere (academische) ziekenhuizen proefde ze soms enig ongeloof over haar voorstel. Evenals bij sommige opleiders, die het als mission impossible zagen om in twee tot tweeënhalf jaar MBO-verpleegkundigen klaar te stomen naar HBO-niveau. Maar Zwartendijk, zelf afkomstig uit de praktijk, liet zich niet van de wijs brengen.
Het dagelijks werk van MBO'ers en HBO'ers verschilt nauwelijks. Maar de zorgsector en de patiënten zelf veranderen wél, aldus Zwartendijk over de context van de maatwerkopleiding. “De patiënten die wij krijgen, hebben vaak niet één maar meerdere aandoeningen of gecompliceerde ziekten. Mensen worden eerder ontslagen uit het ziekenhuis en ze herstellen daarna vaker in de thuissituatie.” Complexer wordende zorg en nu al bestaande, maar nog oplopende personeelstekorten door de uitstroom van in-service opgeleide verpleegkundigen (in het ziekenhuis opgeleid, het tot 1989 gebruikelijke systeem, red.) evenals de verzwaring van het beroepsprofiel, dwingen ziekenhuizen volgens Zwartendijk tot het vinden van ‘een nieuw evenwicht’ tussen MBO- en HBO-verpleegkundigen, met innovatieve keuzes. Versneld opleiden van door de wol geverfde MBO-krachten is naar haar mening de meest voor de hand liggende oplossing. “Al werkzame verpleegkundigen de mogelijkheid bieden door te groeien naar HBO-niveau zorgt ervoor dat zij behouden worden voor de zorg en in het bijzonder voor het LUMC.””
Met het voornemen dit te gaan doen, was het LUMC er niet. Er moest een opleider gevonden die kon en wilde voldoen aan de wensen. “Het reguliere opleidingstraject duurt drie tot drieënhalf jaar. Daarmee wordt in mijn optiek voorbijgegaan aan het feit dat MBO-verpleegkundigen geen schoolverlaters zijn, maar al een schat aan kennis en ervaring hebben”, vindt Zwartendijk. “Die doe je tekort met de reguliere, volledige opleiding. We hebben daar gesprekken over gehad met onze partner Hogeschool Leiden, maar die had redenen om geen verkort traject aan te bieden. Tijdens een soort roadshow hebben we daarna zes andere hogescholen aan onze verpleegkundige managers laten uitleggen wat ze konden betekenen, evenals private instellingen voor hoger onderwijs. Uiteindelijk kwam LOI Zakelijk daar als beste uit. Niet alleen zat het curriculum goed in elkaar, maar ook in-service opgeleide verpleegkundigen kunnen daar het programma volgen. En ‐ wat mede de doorslag gaf ‐ hun opleiding is al geaccrediteerd.”
“Ervaren medewerkers vragen om een andere, flexibeler aanpak dan schoolverlaters”, zegt Zwartendijk. “LOI is daarop gericht.” Daarmee was de zaak nog niet definitief beklonken. “We hebben een pilot van twee jaar afgesproken, met halfjaarlijkse evaluaties. ”Eerlijk is eerlijk: na de start van het verkorte leertraject waren er heus wel ‘kinderziektes’. Ook studenten hadden hier en daar aanmerkingen. Op de inhoud van een standaard leerboek bijvoorbeeld, evenals op naar hun idee onderbelichte aspecten in de deels klassikale, deels met zelfstudie te volgen opleiding. Zwartendijk: “Wat sterk voor de LOI spreekt: hun organisatie heeft alle feedback opgepakt en waar nodig aanpassingen gedaan. Onder meer met wat extra aandacht voor verpleegkundig onderzoek en het samenstellen van een nieuw praktijkleerboek, dat de goedkeuring kreeg van de onderwijsexamencommissie.”
“Nederland kent de LOI toch vooral als taleninstituut”, denkt Zwartendijk, nog eens terugblikkend. “Dat leverde op meerdere fronten reserves op.” De scepsis die zij soms ontmoette, proeft salesdirecteur Kirstin Stokla ook af en toe nog in de markt. Zij begeleidde namens LOI Zakelijk het verkorte HBO-v-traject met het LUMC. Maar de scepsis verdween, mede naar aanleiding van het (zo zeggen beide partijen het te beleven) uiteindelijke succesverhaal van dit programma. In verschillende ziekenhuizen lopen inmiddels (meerdere) incompany-trajecten. Stokla geeft met een gerust hart het LUMC op als referentie. “Niet alleen ziekenhuizen kloppen aan”, zegt ze. “Ook andere zorginstellingen. Zo’n verhaal spreekt zich rond, en dan blijkt die grote zorgsector opeens een klein wereldje.” Het geheim, volgens haar: “Zo’n avontuur open met elkaar ingaan, goed naar elkaar luisteren en bereid zijn om van elkaar te leren.” Stokla bewondert dat het LUMC dit aandurfde, en in het bijzonder de rol van Zwartendijk, “die echt haar nek heeft uitgestoken.”
Twee jaar later sluit volgens het hoofd opleidingen de opleiding uitstekend aan bij de praktijk. “En zonder dat het helemaal een LUMC-verhaal werd, wat wij nadrukkelijk niet wilden. Onze verpleegkundigen moeten, als ze ooit elders willen werken, met hun nieuwverworven papiertje overal aan de slag kunnen.” Is de LOI geslaagd in haar ogen? Zwartendijk: “We hebben inmiddels vier groepen deelnemers die de opleiding HBO-v verkort volgen. Kortgeleden is de pilot officieel afgesloten. De samenwerking met LOI Zakelijk gaan we voortzetten!”
Aan het woord zijn Romy van der Zee en Rosalie de Lange