Na het basisgedeelte komen de volgende onderwerpen aan bod:
Inleiding en geschiedenis van de roman
Wat is de definitie van een roman? Welke kenmerken heeft een roman? Welke soorten romans zijn er? In dit onderdeel leer je alles omtrent de roman. Hoofdpersonages, bijpersonages, de plot, dialogen en perspectief komen onder andere aan bod. Daarnaast staat dit onderdeel stil bij de geschiedenis van de roman.
Personages
Wat zijn de kenmerken van een hoofdpersonage? Wat maakt een hoofdpersonage geloofwaardig? Je leert het allemaal in dit onderdeel. Bovendien is er aandacht voor bekende hoofdpersonages. Ook bijpersonages komen uitgebreid aan bod. Je leert wat de functie is van een bijpersonage en wat een bijpersonage geloofwaardig maakt.
De plot
Een goed plot is essentieel als je een boeiende roman wilt schrijven. In dit onderdeel leer je waar een goed plot aan voldoet. Je leert onder andere hoe je naar een climax toewerkt en hoe je zorgt voor een goede ontknoping van je verhaal.
Het publiek
Voordat je een roman gaat schrijven, moet je je lezerspubliek bepalen. Wil je je richten op tieners, of juist op volwassenen? Wil je een verhaal schrijven dat vooral mannen of vrouwen aanspreekt? Ga je voor een commercieel verhaal, of juist niet? In dit onderdeel staat het publiek waarvoor je gaat schrijven centraal.
Techniek en stijl
In dit onderdeel wordt de techniek van het schrijven van een roman behandeld. Opzet, verhaallijn, perspectief en dialogen komen onder andere aan bod. Ook gaan we in op schrijfstijl, woordkeuze, ritme en stijl in relatie tot het verhaal en de personages.
Soorten romans
In dit onderdeel komen de verschillende soorten romans aan bod. De historische roman, schelmenroman, psychologische roman, streekroman, thriller en detective worden behandeld.
Aan de slag
Schrijven is vooral een kwestie van doen. In dit onderdeel van de cursus ga je zelf aan de slag! Je bedenkt de personages en de verhaallijn en maakt de opzet van het verhaal. Vervolgens ga je schrijven en herschrijven met als eindresultaat de opzet van je roman.
De extra module Schrijven biedt je alle handvatten om je teksten nóg beter te maken en daadwerkelijk uit te geven.
Tijdens deze module leer je alles over de totstandkoming van de daadwerkelijke tekst. Zo leer je hoe je je fantasie het best kunt gebruiken en hoe je voorkomt dat je vastloopt. Je leert o.a. schrijven vanuit het onbewuste, waarneming, herinnering, een bepaald idee (bijvoorbeeld een thema, een personage of een motief) of vanuit de ervaringen of gedachten van iemand anders (het zogenaamde vijfde domein).
Vervolgens leer je het ruwe materiaal ordenen en aanvullen waar nodig. Schrijven is een proces waarbij je eerst inspiratie opdoet en ruw materiaal verzamelt om dit vervolgens om te zetten in een goed lopend verhaal of een andere tekst. Ook ga je aan de slag met het opstellen van een schrijfwerkplan en ga je je tekst herschrijven en leer je schrappen.
Ook leer je tijdens deze module hoe je blokkades (het beruchte writer's block) voorkomt of oplost. Bovendien leer je gebruikmaken van je innerlijke criticus. Als je tekst af is, is het goed om even afstand te nemen en je tekst nog eens te beoordelen. Daarbij komen alle onderdelen van een tekst aan bod. Denk bijvoorbeeld aan personages en perspectief, beeldspraak, plot of dialoog. Ook leer je de tekst als geheel te bekijken. Daarnaast leer je feedback aan anderen vragen en zelf feedback geven.
Deze module biedt je alle handvatten om je teksten nóg beter te maken. Bovendien leer je meer over het uitgeefproces. Aan welke eisen moet een manuscript voldoen? Geef je je werk uit in eigen beheer of zoek je een uitgever? En hoe vind je een uitgever? Aan het eind van deze module weet je precies welke stappen je moet ondernemen om je verhaal uit te geven.