Cluster 3: Zorgorganisaties en Evidence based practice (30 EC)
|
|
|
Gezondheidbevordering Gezondheidbevordering
Deze module biedt de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het bevorderen van de gezondheid van een individu of een groep mensen. Een onderwerp dat prima aansluit bij actuele ontwikkelingen in de zorg! Zo leer je o.a. hoe je passende vormen van preventie kunt organiseren, zelfmanagement kunt bevorderen en het gebruik van het eigen netwerk van patiënten kunt stimuleren.
|
5 |
|
Zorg voor ouderenZorg voor ouderen
Je leert o.a. over veroudering, multimorbiditeit, complicaties, problemen, krachten en mogelijkheden van de oudere en het netwerk om patiëntproblemen, zorgresultaten en evidence based interventies bij ouderen te kunnen vaststellen in de context van wat de oudere belangrijk vindt. In de module wordt veroudering bekeken vanuit verschillende perspectieven: fysiologisch, psychologisch, sociologisch en vanuit cultureel, etnisch en levensbeschouwelijk perspectief. Healthy ageing, succesvol ouder worden zijn belangrijke concepten die aan de orde komen. Gezond gedrag, risico-inschatting en vroegsignalering kunnen gezondheidsproblemen voorkomen. Belangrijke gezondheidsproblemen die op kunnen treden in de derde en vierde levensfase komen aan bod in het licht van kwaliteit van leven en leefplezier. Versterken van zelfmanagement, eigen regie en autonomie zijn belangrijke doelen in de zorg voor ouderen.
|
5 |
|
Zorgsystemen, zorgorganisaties en ketenprocessenZorgsystemen, zorgorganisaties en ketenprocessen
De module bespreekt de organisatie van de Nederlandse gezondheidszorg in al haar facetten. De organisatie van zorg wordt bekeken vanuit verschillende perspectieven: vormen van zorgorganisaties en de zorgaanbieders, de zorg- en kwaliteitssystemen en hoe de financiering wordt vormgegeven. Verder wordt ingegaan op politieke besluitvormingsprocessen in de zorg en hoe gewerkt kan worden met richtlijnen, zorgprogramma’s en zorgpaden. Ook ketenzorg is een onderdeel van deze module. Ketenzorg zorgt voor interdisciplinaire samenwerking, waarbij een goede mondelinge en schriftelijke overdracht onontbeerlijk is om veilige zorg op maat te kunnen bieden. Dit stelt eisen aan de competenties van de verpleegkundige op het gebied van communicatie en samenwerking.
|
5 |
|
Kwaliteits- en veiligheidszorg Kwaliteits- en veiligheidszorg
De module Kwaliteits- en veiligheidszorg kijkt verder dan alleen het verpleegkundig beroep. In de module wordt dieper ingegaan op wat kwaliteit van zorg nu eigenlijk is en hoe een bepaalde mate van kwaliteit en veiligheid van zorg verkregen, getoetst en gemeten kan worden. Vervolgens wordt er gekeken naar de rol die de verpleegkundige heeft in het verkrijgen, maar ook in het meten en het behouden van kwaliteit en veiligheid van zorg, zowel op individueel, team als instellingsniveau. De module wordt afgesloten met bewustwording omtrent het eigen handelen in situaties met (mondelinge) agressie. Ook krijg je handvatten aangereikt om agressie bespreekbaar te maken in een team en handvatten om een collega bij te staan die betrokken is geweest bij een situatie waarin agressie voorkwam.
|
10 |
|
Evidence based practice in de gezondheidszorgEvidence based practice in de gezondheidszorg
Evidence based practice in de gezondheidszorg 10
De eigen beroepspraktijk of stageplek staat centraal in deze module formuleer. Je formuleert antwoorden op praktijkgerichte problemen. Daarbij maak je gebruik van vakliteratuur, standaarden en wetenschappelijke literatuur. Tijdens de module krijg je inzicht in mogelijke bronnen, kracht van bewijsvoering en principes van evidence based practice voor de beroepsuitoefening in de gezondheidszorg.
|
5 |
|
Cluster 4: (30 EC)
|
|
|
Verpleegkundige vaardigheden II Verpleegkundige vaardigheden
In deze module voer je basis verpleegkundige vaardigheden uit waarbij de uitgangspunten zijn: hygiënisch werken, het onderbouwen van de uit te voeren handeling en het bewaken van het welbevinden voor, tijdens en na de handeling. In deze module worden de volgende onderwerpen behandeld: acute situatie in beeld, urineresidu, blaaskatheterisatie en blaasspoelen, stomata: urine, dunne darm, dikke darm, neus-maagsonde en PRG/PEG, hypodermoclyse, medicatie toedienen en voor toediening gereed maken (oraal, rectaal, via inhalatie en vernevelen, via subcutane, intramusculaire en intracutane injectie), zuurstoftoediening, pijn en pijnbehandeling, observatie en risico-inventarisatie en wondzorg.
|
10 |
|
Gezamenlijke besluitvormingGezamenlijke besluitvorming
Je leert o.a. wat eigen regievoering, zelfbeschikkingsrecht, zelfmanagement en casemanagement zijn. Ook word je uitgenodigd om na te denken over machtsverhoudingen in de hulpverleningsrelatie. Hoe kun je samen met de patiënt en zijn naasten komen tot gezamenlijke besluitvorming en daarbij misbruik van macht voorkomen? Daarbij is o.a. aandacht voor empowerment, gesprekstechnieken en keuzehulpen. Vaardigheden betreffende gezamenlijke besluitvorming, casemanagement en empowerment worden geoefend met behulp van casussen en rollenspelen. Tot slot komt aan de orde in hoeverre gezamenlijke besluitvorming momenteel wordt toegepast en wat de voor- en nadelen zijn van gezamenlijke besluitvorming voor zowel de patiënt en diens naasten als de verpleegkundige.
|
5 |
|
Praktijk II Praktijk II
Tijdens de module Praktijk II koppel je kennis en attitude aan de uitvoering van de verpleegkundige vaardigheden. Op deze manier wordt het vak van verpleegkundige binnen een gecontroleerde omgeving door begeleiding aangeleerd. Tijdens deze tweede stageperiode staan de onderwerpen centraal die vooral in de afgelopen periode in de verschillende modules aan bod zijn gekomen: verpleegkundige handelingen als, blaaskatheteriseren, inbrengen maagsonde, stomazorg, inzet van screenings- en risico-inventarisatie instrumenten. Daarnaast staan principes van gezondheidsbevordering en kwaliteit en veiligheid van zorg centraal.
|
10 |
|
Evidence based praktijkintegratieopdracht Anamnese en verpleegplanEvidence based praktijkintegratieopdracht Anamnese en verpleegplan
In deze module pas je de opgedane kennis toe in de praktijk, waarbij het analyseren van gegevens, het formuleren van problemen, het kiezen van resultaten en interventies in samenspraak met de patiënt centraal staan.
|
5 |
|
Cluster 5: Verpleegkundige zorg in laagcomplexe en complexe situaties (AGZ, MGZ, GGZ of GG) (30 EC)
|
|
|
Verpleegkundige zorg in laagcomplexe situaties AGZ/MGZ/GG/GGZVerpleegkundige zorg in laagcomplexe situaties AGZ/MGZ/GG/GGZ
Je leert het gezondheidsgedrag van zowel individuen als groepen te beïnvloeden en gehele zorg- en/of ondersteuningsproces vorm te geven van mensen met (dreigende) gezondheidsproblemen in de gezondheidszorg van de door jou gekozen differentiatie AGZ, MGZ, GGZ of GG.
|
15 |
|
Verpleegkundige zorg in complexe situaties AGZ/MGZ/GG/GGZVerpleegkundige zorg in complexe situaties AGZ/MGZ/GG/GGZ
In deze module leer je het gezondheidsgedrag van zowel individuen als groepen te beïnvloeden en gehele zorg- en/of ondersteuningsproces vorm te geven van mensen met (dreigende) gezondheidsproblemen in de gezondheidszorg van de door jou gekozen differentiatie AGZ, MGZ, GGZ of GG.
|
15 |
|
Cluster 6: Verpleegkundige zorg in hoogcomplexe situaties (AGZ, MGZ, GGZ of GG) en vaardigheden (30 EC)
Cluster 6: Verpleegkundige zorg in hoogcomplexe situaties (AGZ, MGZ, GGZ of GG) en vaardigheden (30 EC)
Je leert het gezondheidsgedrag van zowel individuen als groepen te beïnvloeden en gehele zorg- en/of ondersteuningsproces vorm te geven van mensen met (dreigende) gezondheidsproblemen in de gezondheidszorg van de door jou gekozen differentiatie AGZ, MGZ, GGZ of GG.
|
|
|
Verpleegkundige zorg in hoogcomplexe situaties AGZ/MGZ/GG/GGZVerpleegkundige zorg in hoogcomplexe situaties AGZ/MGZ/GG/GGZ
In deze module leer je het gezondheidsgedrag van zowel individuen als groepen te beïnvloeden en gehele zorg- en/of ondersteuningsproces vorm te geven van mensen met (dreigende) gezondheidsproblemen in de gezondheidszorg van je differentiatie.
|
15 |
|
Methoden voor praktijkonderzoek in de gezondheidszorgMethoden voor praktijkonderzoek in de gezondheidszorg
In de module ‘Methoden voor praktijkgericht onderzoek in de gezondheidszorg’ krijg je inzicht in welke (onderzoeks)methoden geschikt zijn voor het veranderen van een praktijksituatie, hoe deze methoden toe te passen zijn, belangen die spelen bij veranderingstrajecten en hoe veranderingstrajecten geëvalueerd kunnen worden.
|
5 |
|
Evidence based praktijkintegratieopdracht: Onderbouwen verpleegkundig handelen (literatuurstudie)Evidence based praktijkintegratieopdracht: Onderbouwen verpleegkundig handelen (literatuurstudie)
In deze module pas je de opgedane kennis toe in de praktijk, waarbij je een literatuurstudie uitvoert naar een zelfgekozen onderwerp.
|
10 |
|
Cluster 7: Praktijk (30 EC)
|
|
|
Praktijk IIIPraktijk III
In deze laatste stage koppel je kennis en attitude aan de uitvoering van de verpleegkundige vaardigheden. Op deze manier wordt het vak van verpleegkundige binnen een gecontroleerde omgeving door begeleiding aangeleerd. De laatste stageperiode in het laatste jaar staat in het teken van de differentiatie. Het is van belang dat je een stageverlenende organisatie kiest die in het verlengde ligt van de gekozen de differentiatie (AGZ, MGZ of GG).
|
30 |
|
Cluster 8: (30 EC)
|
|
|
ICT voor zorg en zelfredzaamheidICT voor zorg en zelfredzaamheid
In deze module doe je kennis op over het toepassen van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de zorg en de rol van ICT bij het bevorderen van zelfmanagement. Daarbij staat centraal: rapportage en verpleegkundige overdracht in het elektronisch patiëntendossier, gevaar en valkuilen ICT, voor- en nadelen gebruik van media, afstemmen media op persoon, communicatie via verschillende media, hulpmiddelen bij communicatie, nieuwe ontwikkelingen ICT, domotica, e-health en robotica.
|
5 |
|
Ondernemerschap en leiderschapOndernemerschap en leiderschap
In deze opleiding doe je kennis en vaardigheden op ten aanzien van ondernemerschap en leiderschap in de zorg. Je vormt je een beeld van de verschillende organisatie-eenheden waarin verpleegkundigen werkzaam kunnen zijn en ontwikkelt een eigen visie op de organisatie van zorg. Ook verdiep je je in verschillende leiderschapsstijlen en ontwikkel je een eigen visie op de nieuwe rol van regieverpleegkundige. Hoe wordt deze vormgegeven in een extramurale setting, op een verpleeg- of verzorgafdeling, of op een afdeling van een algemeen ziekenhuis? Daarnaast leer je hoe je jezelf kunt profileren als HBO-verpleegkundige en stel je jezelf de vraag waar je als HBO-verpleegkundige voor staat. Tot slot is er aandacht voor de bekostiging van de zorg en de financieel-economische belangen voor zowel de organisatie als voor de patiënt.
|
5 |
|
Verpleegkundige vaardigheden III Verpleegkundige vaardigheden
In deze module voer je basis verpleegkundige handelingen uit waarbij de uitgangspunten zijn: hygiënisch werken, uit te voeren handeling onderbouwen en de privacy van de patiënt in acht houden. In deze module worden de volgende vaardigheden behandeld: EHBO en reanimatie, tracheotomie en tracheostoma, uitzuigen van mond en keelholte, epiduraal katheter, intraveneuze medicatie, perifeer infuus en venapunctie, centrale lijn en intraveneus reservoir, bloedtransfusie, wondzorg, instructie en verpleegkundige overdracht.
|
10 |
|
Afstudeeropdracht: zorginnovatieAfstudeeropdracht: zorginnovatie
In de afstudeeropdracht pas je de opgedane kennis toe in de praktijk. Je analyseert een praktijkprobleem en reflecteert op de gemaakte keuzes, de uitvoering en resultaten van het implementatieproces. De studie wordt afgerond met een evaluatieverslag, een beroepsproduct (werkwijze, protocol, zorgpad, procedurebeschrijving) en een mondelinge verdediging van de implementatieresultaten en competentieontwikkeling.
|
10 |
|
Totaal hoofdfase |
180 |
|
Totaal HBO-bachelor Verpleegkunde |
240 |
|