Modules die voor iedere MBO-opleiding op dit niveau gelijk zijn: |
|
Loopbaan en burgerschapLoopbaan en burgerschap
Deze module bestaat uit twee delen. In het deel Burgerschap leer je over een aantal belangrijke onderdelen van de Nederlandse samenleving. Onderwerpen die aan bod komen, zijn o.a. de Nederlandse politiek, mens en arbeid, de burger als consument en vitaal burgerschap.
Het deel Loopbaan draait om jou als professional. Je krijgt meer zicht op je kwaliteiten, mogelijkheden en de reden om een bepaalde keuze te maken. Ook onderzoek je wat voor baan bij jou past en hoe je zelf invloed kunt hebben op je loopbaan. Verder komt het opbouwen van een (professioneel) netwerk aan bod.
|
|
Rekenen niveau 3Rekenen niveau 3
In deze module leer je rekenen op MBO 3-niveau. De volgende onderwerpen komen aan bod:
- grootheden en eenheden
- oriëntatie in de twee en driedimensionale wereld
- verhoudingen herkennen en gebruiken
- procenten gebruiken
- omgaan met kwantitatieve informatie
|
|
Nederlands 2FNederlands 2F
Deze module brengt je mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid op niveau 2F, het niveau dat hoort bij een MBO 2 of 3-opleiding. Je werkt aan je mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en luistervaardigheid. Ook is er aandacht voor taalverzorging en taalbeschouwing.
|
|
Specifieke modules voor deze opleiding: |
|
Anatomie, fysiologie en pathologieAnatomie, fysiologie en pathologie
Tijdens deze module wordt de anatomie en fysiologie van het menselijk lichaam en de meest voorkomende ziekteverschijnselen behandeld. Je leert de anatomie van het menselijk lichaam beschrijven en je leert wat de oorzaken en verschijnselen zijn bij de behandelde ziekteverschijnselen die bij de genoemde pathologie horen. Verder leer je meer over gedragsveranderingen bij ziekteverschijnselen, hoe je hier goed op kunt reageren, je leert de juiste begeleiding bieden en eventueel vervolgstappen nemen.
|
|
CommunicatieCommunicatie
In deze module komen de basisvaardigheden van communicatie aan bod. Je leert goed communiceren met cliënten, naasten en collega’s. Deze module is dan ook een basis voor de andere modules binnen de opleiding. De volgende onderwerpen komen o.a. uitgebreid aan bod:
• Basis communicatievaardigheden (o.a. actief luisteren, LSD, etc.)
• Verbale en non-verbale communicatie
• Interculturele communicatie
• Gespreksvaardigheden (diverse soorten gesprekken, waaronder feedbackgesprek, coachgesprek, slecht nieuws gesprek, klacht) en begeleidingstechnieken
• Motiveren, onderhandelen en supportmethodieken
• Reflectie en feedback
|
|
Verpleegtechnische vaardighedenVerpleegtechnische vaardigheden
In deze module leer je meer over de meest voorkomende verpleegtechnische handelingen, zoals de voorbehouden-risicovolle handelingen vanuit de Wet Big. Na het volgen van deze module kun je op een goede wijze verpleegtechnische handelingen uitvoeren, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager.
|
|
Preventie, voorlichting en veiligheidPreventie, voorlichting en veiligheid
Tijdens deze praktische module leer je de relatie tussen leefstijl, gezondheid en ziekte herkennen. Verder leer je hierbij te handelen door voorlichting, advies en instructies te geven aan zorgvragers op verschillende niveaus, uit verschillende culturen, in specifieke branches (zoals VT, GHZ, GGZ en KZ). O.a. de volgende onderwerpen komen aan bod:
• Relatie gezondheid – welbevinden lichamelijk, psychisch en sociaal, (positieve gezondheid) en zelfredzaamheid.
• Vroeg signalering, gezondheidsrisico’s en patiëntveiligheid
• Ethiek en normen verantwoorde zorg, dilemma’s, afwegingen en wetgeving
• Preventie en voorlichting
• Branche specifieke kaders
• Grensoverschrijdend gedrag, onbegrepen gedrag en meldcodes
|
|
Eigen regie en samenwerkenEigen regie en samenwerken
Tijdens deze module leg je de basis voor het handelen binnen de zorg. Zo leer je vanuit welk standpunt zorg en begeleiding wordt geboden, wie je tegenkomt en hoe je samenwerkt. Ook leer je meer over welke (technologische, sociale/ maatschappelijke en financiële) mogelijkheden er zijn en welke rol je in het aanmoedigen van de samenredzaamheid en om de regie en zelf- en samenredzaamheid te versterken hebt. Ten slotte leer je over hoe de zorg is ingericht en op welke manier deze gefinancierd wordt.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
• Visie op zorg en begeleiding en zelf- en samenredzaamheid, eigen regie
• Kennis over het werkveld, wie kom je tegen (formele en informele zorg, disciplines en ketenzorg)
• Client en zijn sociaal netwerk en hoe werk je samen, sociale kaart, maatschappelijke steunsystemen
• Gedragswetenschappen
• Samenwerken op afstand, technologische hulpmiddelen, eHealth
• Wonen, huishouden en voeding
• Financiering van de zorg en wetgeving (BIG, WGBO, Jeugdwet, WMO, Wkkgz)
|
|
Zorg en begeleidingZorg en begeleiding
In deze module doorloop je alle stappen van zorg en begeleiding. Zo leer je over
signaleren, observeren en monitoren, methodisch zorg verlenen en klinisch redeneren. Ook leer je meer over het opstellen van een zorgplan.
Verder kom je tijdens deze module meer te weten over basiszorg, denk aan persoonlijke verzorging, activiteiten van het dagelijks leven, opname van voeding en vocht, uitscheiding, uiterlijke verzorging, mobiliteit en waak- en slaapritme. Ook worden de onderwerpen vitale functies, regie, dagbesteding, dag invulling en palliatieve en terminale zorg uitgebreid behandeld.
|
|
Kwaliteit en deskundigheidKwaliteit en deskundigheid
Tijdens deze module leer je kwaliteitszorg te verzekeren en vanuit kaders te werken. Ook komen onderwerpen als beroepsstandaarden en protocollen aan de orde. Verder leer je praktische vaardigheden om goed te presteren binnen je werkomgeving en wat de invloed is van technologische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Ook komt ketenzorg en interdisciplinaire samenwerking aan bod. Onderstaande onderwerpen worden behandeld:
• Beroepsstandaarden, beroepscode, protocollen
• Kwaliteitszorg en kwaliteitsverbetering
• Maatschappelijke, technologische en vakinhoudelijke ontwikkelingen
• Deskundigheid bevorderen
• Beroepsethiek
• Ketenzorg, interdisciplinaire samenwerking
• Professionele ontwikkeling
• Professioneel handelen/ professionele houding
|
|
Zorg en begeleiding in de VTZorg en begeleiding in de VT
Tijdens deze module krijg je meer kennis over verpleeghuizen en thuiszorg. Je leert o.a. meer over de volgende onderwerpen:
• Ziekteverschijnselen VT en psychische en psychiatrische ziekteverschijnselen.
• Dementie, stadia en methodieken.
• Gedrag en gedragsproblematiek.
• Gezond gedrag bevorderen.
• Revalidatie en herstel.
• Sociaal-emotioneel, adaptief en cognitief vermogen van de verschillende doelgroepen.
• Kwaliteit van bestaan, autonomie, welzijn en zingeving.
• Levensfasen en levensvragen.
• Organisatie en financiering van de VT (WLZ, ZVW en WMO).
|
|
Zorg en begeleiding in de GHZZorg en begeleiding in de GHZ
Tijdens deze module krijg je meer kennis over de gehandicaptenzorg. Je leert o.a. meer over de volgende onderwerpen:
• Levensfasen van zorgvragers en de levensvragen.
• Gezond gedrag aanmoedigen en mogelijkheden voor gezond eten en drinken, bewegen, ontspanning en rust voor verschillende doelgroepen voorstellen.
• De meest voorkomende leer-, opvoedings- en gedragsproblemen bij zorgvragers, zoals hechtingsproblemen, automutilatie.
• De relatie tussen functioneren, activiteiten en participatie zoals in het ICF staat.
• Specifieke leer- en ondersteuningsbehoeften bij zorgvragers.
• Het beleid van zorginstellingen op seksualiteit, kinderwens en ouderschap van zorgvragers.
• De kwaliteit van bestaan, autonomie en empowerment.
• Het lichamelijk, verstandelijk en zintuiglijk functioneren en het sociaal-emotioneel, adaptief en cognitief vermogen van zorgvragers.
• Randvoorwaarden en ondersteuning die nodig is voor de toegankelijkheid en bereikbaarheid van voorzieningen en media voor zorgvragers.
• LVG (licht verstandelijk beperkt) met psychiatrische problemen.
|
|
Zorg en begeleiding in de KraamzorgZorg en begeleiding in de Kraamzorg
Tijdens deze module krijg je meer kennis over de kraamzorg. Je leert o.a. meer over de volgende onderwerpen:
• Belangrijke ziekteverschijnselen in de kraamzorg gericht op de barende, de kraamvrouw en de pasgeborene.
• Persoonlijke verzorging van de barende en de pasgeborene.
• De fasen van baring.
• Vervroegde partusondersteuning.
• Pathologie van de bevalling en kraamperiode.
• Borst- en kunstvoeding.
• EHBO en reanimatie bij de pasgeborene.
• Het Landelijk Indicatie Protocol (LIP).
• Het kwaliteitskader Vervroegde Partusassistentie.
• Multiculturele gezinssituaties en gebruiken.
• De SBAR-methode, BabyFriendly standaarden en hulpvraag methodisch achterhalen.
|
|
Zorg en begeleiding in de GGZZorg en begeleiding in de GGZ
Tijdens deze module krijg je meer kennis over de GGZ. Je leert o.a. meer over de volgende onderwerpen:
• Kernbegrippen van psycho-educatie, leefstijlvoorlichting.
• De organisatie van de GGZ.
• Psychische en psychiatrische ziekteverschijnselen en stoornissen gericht op de zorgvrager in de GGZ.
• De LVG met psychiatrische problemen.
• Sociale psychiatrie.
• Verslavingszorg en forensische zorg.
• Herstel ondersteunende zorg en ervaringsdeskundigheid.
• Crisisvoorkomende methodiek en crisisinterventie.
• Herstelgerichte zorg, rehabilitatie en revalidatie in de GGZ
• Therapeutisch klimaat.
• Psycho-educatie en leefstijlvoorlichting.
|
|
Keuzedelen: |
|
Assisteren bij professional organizingAssisteren bij professional organizing
Dit keuzedeel biedt je kennis en praktische vaardigheden op het gebied van professional organizing waardoor je jouw eigen werk en werkplek op een effectieve en efficiënte wijze kunt organiseren. Ook maak je kennis met communicatie- en begeleidingsvaardigheden waardoor je collega’s kunt ondersteunen.
|
|
Digitale vaardigheden - GevorderdDigitale vaardigheden - Gevorderd
Dit keuzedeel breidt je digitale vaardigheden verder uit. Je doet niet alleen digitale vaardigheden op, maar leert ook strategieën bedenken en methodes toepassen.
|
|
Expressief talentExpressief talent
Dit keuzedeel biedt je de kans om je eigen talenten op expressief/creatief terrein te ontdekken en verder te ontwikkelen. Dit leerproces kun je gebruiken om cliënten uit je doelgroep te begeleiden, stimuleren en inspireren bij hun ontwikkeling.
Het keuzedeel biedt veel ruimte voor 'beleving' van kunst en cultuur, het ontdekken van verschillende kunst/expressievormen en het (zelf) doorlopen van een creatief proces op het gebied van beeld, dans, drama, muziek en spel en beweging.
Om dit in te kunnen zetten bij het ontwikkelen van het expressief/creatief talent van je cliënten, leer je de doelgroep begeleiden, uiteenlopende activiteiten bedenken en aan te bieden die passen bij de mogelijkheden (op motorisch, sociaal en cognitief gebied), interesses en behoefte van de doelgroep.
|
|
Internationaal I: bewustzijn (interculturele) diversiteitInternationaal I: bewustzijn (interculturele) diversiteit
We leven en werken samen met mensen uit allerlei culturen. Dit keuzedeel leert je goed omgaan met culturele diversiteit tussen mensen. Je wordt je bewust van verschillen in bv. omgangsvormen en communicatie.
|
|
Lean en creatiefLean en creatief
Lean en creatief werken draait om toekomstgericht en (pro)actief handelen in een snel veranderende omgeving. Dit keuzedeel biedt je alles was je hiervoor nodig hebt. Je leert bijvoorbeeld een heldere (klant)vraag formulieren, kritisch kijken naar de effectiviteit van (bedrijfs)processen, creatieve en innovatieve oplossingen en verbeteringen verzinnen en je ideeën op overtuigende wijze presenteren.
|
|
Mensen met NAH (niet-aangeboren hersenletsel)Mensen met NAH (niet-aangeboren hersenletsel)
Dit keuzedeel gaat specifiek in op het ondersteunen van cliënten met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Onderwerpen die aan bod komen, zijn o.a.:
• uitzoeken van de (nieuwe) mogelijkheden, wensen en behoeften van de NAH-cliënt
• begeleiden van de NAH-cliënt en diens naastbetrokkenen bij verliesverwerking
• omgaan met het disharmonische profiel van de NAH-cliënt;
• omgaan met ontremd gedrag van de NAH-cliënt.
|
|
Nederlands 3FNederlands 3F
Dit keuzedeel brengt je mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid op niveau 3F, het niveau dat hoort bij een MBO 4-opleiding. Je werkt aan je mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en luistervaardigheid. Ook is er aandacht voor taalverzorging en taalbeschouwing.
|
|
Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 3 en 4)Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 3 en 4)
In dit keuzedeel ontwikkel je je eigen ondernemend gedrag. Je onderzoekt jezelf, je (werk)omgeving en verbetermogelijkheden. Je toont mogelijkheden voor verandering en innovatie aan en neemt initiatieven in je werk.
|
|
Ondernemerschap MBOOndernemerschap MBO
Wat komt er allemaal kijken bij het starten en runnen van je eigen onderneming? En welke vakkennis en vaardigheden heb je nodig als kleine zelfstandig ondernemer? Dat is waar dit keuzedeel op ingaat. Onderwerpen die aan bod komen, zijn o.a. het voeren van een kleine onderneming op lokaal, regionaal, nationaal en internationaal niveau, het runnen van een onderneming volgens een plan, het bepalen van de reikwijdte en inrichting van je werkzaamheden en het inspelen op je omgeving.
|
|
Rekenen niveau 4Rekenen niveau 4
Dit keuzedeel brengt je rekenvaardigheden op niveau 4, het niveau dat hoort bij een MBO 4-opleiding. Je leert meer over getallen, Verhoudingen, Meten en meetkunde en Verbanden.
|
|
Samenwerken met informele zorgverlenersSamenwerken met informele zorgverleners
Vrijwilligers en mantelzorgers worden steeds belangrijker in de zorg. In dit keuzedeel wordt ingegaan op het samenwerken met deze informele zorgverleners. Hoe breng je de draagkracht, draaglast en ondersteuningsbehoefte van de informele zorgverlener in kaart? Hoe kun je het sociale netwerk betrekken en activeren? Hoe kun je goed communiceren en samenwerken? Ook praktische en psychische drempels komen aan bod. Bovendien leer je op het gebied van wetgeving doorverwijzen naar de juiste instanties.
|
|
Zorg en technologieZorg en technologie
Dit keuzedeel gaat in op het werken met nieuwe technologische hulpmiddelen. Onderwerpen die aan bod komen, zijn o.a.:
• bijdragen aan de deskundige inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen.
• technologie toepassen op een ethisch verantwoorde manier.
• het gebruik van technologische hulpmiddelen bespreken met de cliënt.
• stabiliseren en/of verbeteren van de kwaliteit van leven.
• voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen.
• multidisciplinair samenwerken m.b.t. de inzet van technologische hulpmiddelen.
|
|