voor
Je zoekopdracht heeft helaas geen resultaten opgeleverd
Anne-Wil Lucas pleitte als tiener thuis al voor het onderwijs en maakte zich als Tweede Kamerlid hard voor een Leven Lang Leren. Nu de flexibilisering van de arbeidsmarkt doorzet, moeten politiek, werkgevers, werknemers en zzp’ers zorgen dat ze er klaar voor zijn, vindt ze. Een gesprek over het nut van e-portfolio’s, de kracht van deeltijdonderwijs en de ideale onderwijswereld.
“Niet direct. Ik kom uit een echt arbeidersgezin. Mijn ouders hadden zoiets van: ‘Kun je niet gewoon de HAVO doen en daarna een goede beroepsopleiding volgen?’ Maar ik wilde graag naar het VWO, ik had er tenslotte de cijfers voor. En ik had het gevoel dat je het er ook moet uithalen als het erin zit. Ik heb tussen het vierde en vijfde jaar een jaar highschool in Canada gedaan. Ook dat vonden mijn ouders niet het meest briljante idee maar als ik het geld ervoor zelf verdiende, mocht ik gaan. En dat heb ik gedaan. Ook daarna heb ik altijd hard gewerkt om mijn studie snel af te ronden en mijn ouders financieel niet te lang te belasten.”
“Ik werd ervoor gevraagd en moest wel even schakelen. Maar ik vond het ook mooi, omdat ik juist niet de usual suspect was voor die portefeuille. Wat me van het begin af aan dreef, is de wens dat (jonge) mensen zich beter voorbereiden op de arbeidsmarkt. Een studie is er natuurlijk om je te ontplooien, maar het is vooral een eerste stap naar de rest van je leven. Een tijd waarin je je voorbereidt op een werkzaam leven en de bagage meekrijgt om dat ook succesvol te doen.”
“We wéten dat dat zo is. Daar is op zich ook niks mis mee want als je iets gaat studeren wat je niet leuk vindt, is de kans ook minder groot dat het een succes wordt. Maar een iets zakelijkere keuze zou geen kwaad kunnen. Kijk in elk geval naar het arbeidsperspectief van een opleiding.”
“De kans dat je nog je hele leven bij één baas werkt, wordt steeds kleiner. Dus we moeten van baanzekerheid naar werkzekerheid. Daarom moet je zorgen dat je cv altijd up-to-date is, zodat je snel door kunt naar een andere baan of opdracht.”
“We moeten tegenwoordig concurreren op een internationale markt en bij- en nascholing is een belangrijke indicatiefactor voor je concurrentievermogen. Ook om innovatie en kennisdeling te stimuleren, is het belangrijk dat mensen hun vaardigheden bijhouden en af en toe van baan wisselen, zodat ze hun kennis weer ergens anders kunnen doorgeven.”
“Het aanbod dat we hebben bekostigd, sluit onvoldoende aan op de wensen van werkenden. Het is vaak lastig te combineren met een baan of gezin, dus zie je dat die mensen uitwijken naar private aanbieders die wel maatwerk leveren. Die aanbieders komen snel en flexibel met nieuwe opleidingen, vaak ook als modules aangeboden in combinatie met leerwerktrajecten. Ik vind dat private aanbieders hun opleidingen onder dezelfde voorwaarden moeten kunnen aanbieden als het bekostigd onderwijs. Het is naar de belastingbetaler lastig uit te leggen waarom we niet meebetalen aan het kwalitatief net zo goede aanbod dat aansluit op de vraag, terwijl we wél geld stoppen in bekostigd onderwijs waarvan we weten dat het niet aansluit.”
“Mensen die een studie willen doen, kunnen een voucher – een leerrecht – krijgen om in te zetten bij de opleiding van hun keuze. Of dat nu in het bekostigd onderwijs is of bij een private aanbieder. Op die manier gaan we niet meer het aanbod bekostigen, maar de vraag. Het is nu nog een experiment binnen de sectoren techniek, ICT en zorg en welzijn om te kijken of het leidt tot een toename van het aantal mensen dat een opleiding gaat volgen. Het idee is dat we uiteindelijk het deeltijdonderwijs aan de markt overlaten en niet langer het aanbod maar de student gaan financieren.”
“We hebben niet de luxe om te wachten, omdat we zien dat het kunnen bijhouden van je vaardigheden op de arbeidsmarkt van morgen een vereiste is. De technologische vooruitgang gaat snel. Er komen banen bij, maar er verdwijnen ook banen. Mensen zullen snel omgeschoold moeten kunnen worden om te zorgen dat ze werk hebben. Dan moet je wel een aanbod hebben wat daarop aansluit en snel kan wisselen.”
“Neem de 3D-printer, die op tal van vakgebieden invloed kan gaan hebben. Mensen die als operatieassistent werken, moeten leren om hiermee om te gaan. Want ze hebben dat in hun opleiding niet geleerd, maar die printer staat al wel in de operatiekamer. Die mensen moet je snel passende nascholing kunnen bieden. Daarom moeten we de focus in het onderwijs gaan verleggen, want die is nu nog te veel gericht op het behalen van het normale diploma.”
“Zeker. Je ziet dat zij veel nauwer in contact staan met het bedrijfsleven en veel meer ervaring hebben met het op maat maken van opleidingen. We hebben die private aanbieders dus nodig om mensen van de juiste opleiding te voorzien, want zij hebben al laten zien dat ze snel kunnen inspelen op de veranderende vraag op de arbeidsmarkt.”
“Iemand die een baan heeft in een sector waarin het minder gaat, zelf verantwoordelijkheid neemt en zich laat omscholen naar een sector waar wel behoefte is aan mensen, krijgt geen bijdrage uit een O&O-fonds (fonds dat financieel bijdraagt aan scholing van werknemers in die branche – red.). Die andere sector gaat ook nog niet betalen, want diegene heeft nog niet bijgedragen aan dat O&O-fonds. Dus er zijn wel potjes, maar die zijn dan weer niet beschikbaar voor die mensen. Maar er worden wel allerlei eisen aan die personen gesteld, zoals bijvoorbeeld drie maanden stage lopen. Ervaring op de werkvloer opdoen, ís ook belangrijk. Maar hoe ga je stage lopen als je een baan hebt en twee kinderen thuis die je moet voeden en naar school moet sturen?”
“Bijvoorbeeld door die mensen tegen gunstige tarieven geld te laten lenen bij de overheid, zodat ze die drie maanden in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Als ze weer een baan hebben, kunnen ze tegen gunstige voorwaarden weer aflossen.”
“Zzp’ers en flexwerkers blijven achter in de statistieken van een Leven Lang Leren. Zij volgen het minst aantal uren bij- of nascholing, terwijl dat de groepen zijn die het het hardst nodig hebben. Zzp’ers moeten bijblijven, omdat ze van baan naar baan of van opdrachtgever naar opdrachtgever gaan. Daarom willen we kijken of zo’n studievoorschot ook zou werken voor die groep.”
“In de ideale wereld heeft iedereen een e-portfolio, check je regelmatig of kennis en vaardigheden nog up-to-date zijn en kijk je zeker om de vier jaar wat de ontwikkelingen zijn in je vakgebied. Ook is er één O&O-fonds waar iedereen naartoe kan voor een bijdrage aan scholing en is er een regionaal functionerende arbeidsmarkt waar bedrijven met elkaar samenwerken om te zorgen dat personeel snel kan worden uitgewisseld zodat niemand zonder werk zit. Daar moeten we over een jaar of tien wel zijn.”
“Ik zie genoeg interessante opleidingen voorbij komen, maar ik heb nu weinig ruimte voor bij- en nascholing. Gelukkig leer ik veel op de werkvloer. Maar ik sluit het volgen van een opleiding of module in de toekomst zeker niet uit. Ook ik zal moeten zorgen dat mijn kennis en knowhow up-to-date blijft.”
Naam: Antoinette Wilhelmina Lucas-Smeerdijk (10 januari 1975)
Geboren in: Warnsveld
Opleiding: VWO, een jaar highschool in Canada en Planologie aan de Wageningen UR
Bekend van: Van 2010 tot september 2017 Tweede Kamerlid voor de VVD, waar zij zich bezig hield met de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, het MBO en een Leven Lang Leren
Actueel: Programmamanager Talent, Knowledge and Skills bij StartupDelta
Burgerlijke staat: getrouwd en moeder van twee zoons.
Iedereen tot 55 jaar kan nu bij de overheid tegen zeer gunstige voorwaarden (de rente is nu 0,0%) geld lenen voor een studie. Deze aantrekkelijke studiefinanciering voor volwassenen kan gebruikt worden voor alle HBO-bacheloropleidingen, Associate degrees, de Master of Business Administration en enkele korte HBO-opleidingen van LOI Hogeschool.